dinsdag 23 september 2014

Vijfde etappe Rolde - Schoonloo

21 september 2014

Vijfde etappe, Rolde-Schoonloo

Om half 8 gaat de wekker. Gelukkig is het droog. Gelukkig, want ik werd rond een uur of 4 wakker van de regen op de tent en om half 7 regende het nog. Na het ontbijt rijden we naar Schoonloo waar we de auto parkeren voordat we weer terugfietsen naar Rolde.
De voorgaande etappes tussen Groningen en Rolde gingen door “Het Nationaal beek- en esdorpenlandschap de Drentsche Aa”, de komende etappes lopen over “Het Drents Plateau”, hoewel we ook tijdens de etappe van vandaag langs en over het Andersche Diep zullen lopen.
Vanaf de camping volgen we eerst over ca. 3 km een gedeelte van de voormalige spoorverbinding tussen Gasselternijveen en Assen. Deze spoorlijn is in 1905 geopend voor reizigers- en goederenvervoer. In 1947 werd de lijn gesloten voor reizigers en rond 1970 ook voor het goederenvervoer. De rails en bielzen zijn grotendeels verwijderd, maar het stationsgebouw van Rolde is behouden gebleven, zoals ook een stukje rails waar het oude spoortje de Koelandsdijk kruiste. 
De oude spoorrails in de Koelandsdijk

Na ongeveer een halve km vanaf de camping bereiken we het echte eindpunt van de voorgaande etappe, de begraafplaats bij de Jacobuskerk van Rolde. Toch wel raar, een begraafplaats als eindpunt…
De Jacobuskerk

We volgen het oude spoortracé, kruisen opnieuw het Andersche Diep en lopen door tot vlak bij het gehucht Anderen. In Anderen zijn stenen vuistbijlen uit 60.000 jaar voor Christus gevonden, de oudste bewijzen van bewoning in Drenthe, terwijl het plaatsje zelf “pas” meer dan 600 jaar bestaat.
We kruisen de N33 onder een splinternieuw viaduct en lopen de Westerlanden binnen. De scheiding tussen de verschillende percelen zijn met palen en schrikdraad afgezet en die moeten we via een opstapje passeren.
Met het opstapje over het schrikdraad
We kruisen opnieuw het Andersche Diep, maar nu is er niet alleen een bruggetje, maar ook een “voorde”, een doorwaadbare plaats waarvan de oevers en de bodem vroeger bekleed werden met stenen zodat de voermannen met de paard en wagen niet vast kwamen te zitten in de modder. 
Hier passeer ik de voorde over het Andersche Diep
Enige tijd later kruisen we het Andersche Diep opnieuw, dit keer over bruggetje gemaakt van oude bielzen, misschien de bielzen van het vroegere spoorlijntje.
We verlaten het gebied van de “Diepen” en komen in de bossen die vanaf voorlaatste eeuwwisseling zijn aangelegd voor de houtproductie. Bij de aanleg van de bossen door het in 1899 opgerichte Staatsbosbeheer werd vooral gebruik gemaakt van “gewone” werklozen, landlopers, dronkenlappen of veroordeelden uit opvoedingsgestichten. 
Ook de keienpaden werden in de werkverschaffing aangelegd

De laatste tijd zijn de productiebossen steeds meer omgevormd om ruimte te maken voor recreatie, educatie en natuurontwikkeling en is een meer gemengd bos ontstaan. Bijna aan het eind van de bossen lopen we langs het Meindersveen, waar een smal paadje door het wuivende gras omheen loopt. 
Berkenzwammen groeien, zoals de naam al zegt, op berken
We wandelen verder overhet Grolloërveld, een heidegebied zoals het er voor de bebossing al uit moet hebben gezien.
Op 2,5 km voor Schoonloo zien we opeens Guusje bij kampeerboerderij “De Warme Bossen” onder een parasol op het terras zitten. We hadden onderweg op modderige stukken de sporen van haar Rolrugzak al regelmatig gezien. We drinken daar een kop koffie, Guusje vertelt dat ze haar tentje bij de kampeerboerderij opzet om daar te overnachten. We nemen afscheid en lopen de laatste kilometers door het ruilverkavelingsgebied en het Strubbenbos naar Schoonloo waar deze etappe eindigt.
We rijden met de auto terug naar de camping waar we de tent afbreken, de auto weer inpakken en naar Enschede vertrekken.

Wilma en ik hebben er twee mooie wandeldagen opzitten waar ik, naast van het natuurschoon en de mooie omgeving, van de verwondering en opmerkzaamheid van Wilma heb genoten. Wilma heeft mij regelmatig gewezen op opmerkelijke paddenstoelen, vergezichten of mooie plantjes.
Wilma, bedankt voor je gezelschap op etappe 4 en 5 van Zuidlaren via Rolde naar Schoonloo.
Het geel hoorntje komt vooral voor op vermolmde takken en stammen van loofhout

Het Meindersveen

Éen kilometer voor Schoonlo, nog maar 410 km naar de Sint Pietersberg
Vandaag hebben Wilma en ik in ongeveer 5 en een half uur 18 km afgelegd.

In totaal heb ik in 22 uur en drie kwartier 87 km afgelegd.

Vierde etappe Zuidlaren - Rolde

20 september 2014

Vierde etappe, Zuidlaren-Rolde

Allereerst mijn excuses voor de “schrijffouten” in de voorgaande blogs. In het woord Hunebed hoort maar één en te staan en Drenthe wordt natuurlijk met een ha geschreven.
Vandaag gaat de wekker al vroeg. Ik heb met Wilma afgesproken dat ik haar om 7 uur aan de Deurningerstraat zal komen ophalen om naar camping “De Weyert” Rolde te rijden. Wij willen camping “De Weyert” als basiskamp gebruiken voor twee etappes van het Pieterpad.
Omdat er een erg dichte mist over het oosten van Nederland ligt besluit ik om de secundaire wegen te mijden en via Apeldoorn Zwolle te rijden. Dit heeft mede door de dichte mist een vertraging van ruim een half uur gekost.

In Rolde hebben we ons meteen bij de receptie van de camping ingeschreven waarna we de auto op de parkeerplaats binnen de slagboom mochten achterlaten. Snel de fietsen van de Twinny Load gehaald en op de fiets naar Zuidlaren. Een fietstocht die extra mooi werd door de nog steeds aanwezige nevel, de bedauwde struiken en spinnenwebben en de zon die tussen de mistflarden tevoorschijn kwam.
Door dat voorzichtige zonnetje kwam het liedje “Tienduizend redenen”, dat wij met de band Spark zingen, in mijn gedachten en dat is er eigenlijk de hele dag niet meer uit verdwenen:
De zon komt op, maakt de morgen wakker; mijn dag begint met een lied voor U.
Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen, laat mij nog zingen als de avond valt.



In Zuidlaren hebben we de fietsen bij een supermarkt gestald.

Zuidlaren stond al in de 13e eeuw bekend om zijn Paardenmarkt en is natuurlijk ook bekend vanwege het liedje “Berend Botje ging uit varen…..”, dat al in een leesboekje uit 1894 vermeld stond. Het is niet duidelijk wie Berend Botje was, maar dat hij nooit in Amerika is aangekomen blijkt wel uit de vele verhalen die in de omgeving van Zuidlaren de ronde doen.
Standbeeld "Paardenhandelaren" van Frans Ram

Berend Botje

Na een lekkere kop cappuccino bij het Brinkhotel aan de Brink O.Z. zijn we om kwart over 11 op pad gegaan. Alsof het zo moest gaan zijn we ook hier direct aan het begin van de route fout gelopen (Dit is Wilma en mij vorig jaar bij de “proefetappe” Hellendoorn-Holten ook al overkomen). We hadden direct naast de Paardenmarkt de Marktstraat moeten inslaan, maar kwamen er ruim 50 meter voorbij deze straat pas achter.
De tocht gaat vanuit Zuidlaren over het terrein Dennenoord van de vroegere “Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland”. Dennenoord is een beschermd dorpsgezicht met een onder architectuur gebouwd sanatorium Egbert Reitsma en een aangelegde tuin van tuinarchitect Jan Vroom.  Als we de bebouwing van Zuidlaren achter ons laten betreden we het gebied van het Schipborgsche Diep. Deze stroom heet verder stroomopwaarts Oudemolensche Diep waar dan weer het Gastersche Diep in uitmondt die dan weer verder stroomopwaarts Rolderdiep en nog weer hogerop Andersche Diep heet. Kortom, veel namen voor een (smal) sterk meanderend stroompje
Schipborgsche Diep
dat al in het Pleistoceen, nog maar 10.000 jaar geleden, is ontstaan. De verzameling van Diepen hebben gezamenlijk weer de verzamelnaam Drentsche Aa gekregen. Ik denk dat de verschillende namen voor het stroompje pas veel later zijn bedacht.
We komen vandaag en morgen regelmatig vlak bij het stroompje en steken het ook een paar keer over.
Al snel kruisen we ook het Anlooër Diepje (jawel) en betreden de Gasterse Duinen. Gasterse Duinen is een natuurgebied nabij Gasteren dat bestaat uit zandruggen en natte veenkommen. Het gebied is in het Pleistoceen gevormd door landijs, smeltwater, sneeuwstormen en rivieren. In de middeleeuwen was dit gebied een verkeersknooppunt, nu is het een oase van rust.
Stalletje met pompoenen en kalebassen
In het esdorpje Gasteren koop ik bij een stalletje langs de weg een paar sierkalebassen voor de herfstdecoratie thuis en snuffelen we even rond bij Jobing Antiek aan de Brink waar de eigenaars nog tijd hebben voor een praatje over het dorp, de omgeving en het Pieterpad.
We willen niet te lang blijven hangen en gaan verder in de richting van het Ballooërveld waar we eerst het Gastersche Diep voor moeten oversteken. Het Ballooërveld is het grootste restant “woeste heide” in Drenthe en was vanaf 1918 militair oefenterrein. In 2006 is het overgedragen aan Staatsbosbeheer. In dit heidegebied liggen ongeveer 40 grafheuvels uit de late steentijd, de bronstijd en de ijzertijd.
Adder
Op een van de brede mulle zandpaden zien we opeens op nog geen meter voor ons een slang oversteken. Mijn eerste gedachte is: Hazelworm, maar meteen zie ik de zwarte ruiten op de rug van de ongeveer 70 cm lange slang. Het is een adder. Hoe snel ik ook ben in het gereed maken van de camera, de adder is al bijna aan de rand van het pad tussen de heide verdwenen.

We komen al dichter in de buurt van het eindpunt van de dag, maar horen dat het onweer vanuit het zuiden op komt zetten. Gelukkig houden we het droog tot op de camping.
Op camping De Weyert aangekomen krijgen we plek 13 aangewezen op het veldje Zwaluw. Je leest het goed, plekje 13 het ongeluksgetal. Ik begin net de stokken in de tunnels van de tent te steken en de donderbui barst los. Snel alles weer in de auto gepakt om de bui af te wachten. Wilma is net naar het toilet en blijft daar schuilen. Als de bui is overgedreven besluiten we eerst inkopen te gaan doen voor het ontbijt en rijden via een omleiding van ongeveer 2,5 km naar de supermarkt in het dorp die op nog geen 600 meter!! van de camping ligt. Op de terugweg zien we een dame met een Rolrugzak die in de richting van de camping loopt. Als Wilma en ik onze tent aan het opzetten zijn, hoor ik aan de andere kant van de haag dat daar ook een tent wordt opgezet. Onze nieuwe buurvrouw, Guusje uit Leiden, is de dame met de Rolrugzak. Als alle tenten zijn opgebouwd gaan Wilma, Guusje en ik met de auto naar Zuidlaren om de fietsen op te halen en om bij pizzeria Sapori la Fiera te eten. Guusje is een gezellige prater en we zijn al snel foto’s aan het vergelijken. Wat blijkt, we hebben regelmatig de zelfde dingen gefotografeerd.
Als we weer op de camping terug zijn drinken we nog wat bij de tent en leggen ons daarna ter ruste.
Denneboom door de wind gevormd

Begin van de Gasterse Duinen

Bont Zandoogje


Vandaag hebben Wilma en ik in ongeveer 5 uur 18 km afgelegd.
In totaal heb ik in 17 uur en een kwartier 69 km afgelegd.