donderdag 9 november 2017

Eenentwintigste etappe, Swolgen – Venlo

5 november 2017
Eenentwintigste etappe, Swolgen – Venlo

Ik heb heerlijk geslapen, maar heb gemerkt dat het de afgelopen nacht een paar keer stevig heeft geregend. Voordat mijn wekker afloopt heb ik al een uur liggen lezen. Het regent dan nog steeds. De app buienalarm vertelt mij dat het om kwart over acht droog zal worden, het zal mij benieuwen.
Om kwart voor acht ga ik aan het ontbijt. Ik had verteld dat een boterham met kaas en een beker karnemelk voldoende was, maar Jeanny en Piet hebben de tafel heel mooi gedekt met allerlei lekkere dingen. Een warme croissant, een boterham met kaas, een gekookt eitje en een plak koek gaan er dan ook in als koek. De Jus d’orange en de karnemelk zijn ook heerlijk. Helaas zal deze prima B&B stoppen omdat Jeanny en Piet zeer binnenkort gaan verhuizen.
Na het ontbijt ga ik op mijn kamer mijn spullen pakken en als ik om kwart over acht naar buiten kijk zie ik dat het droog is.
Ik neem afscheid van Piet en ga weer op pad. Eerst naar de kruising Boabelweg / Lambertusstraat waar ik gisteravond ben gestopt, zo’n 5 minuten wandelen.
Het is droog, maar beduidend kouder dan gisteren. Gelukkig heb ik mijn thermoshirt meegenomen, die komt nu goed van pas.
Al direct buiten de bebouwing van Swolgen loop ik het bos in en kom al snel bij het Schuitwater. Heel lang geleden heeft hier een arm van de Maas gelopen. Het Schuitwater is vanaf de 18e eeuw ontstaan door het afgraven van de verveende Maasarm. Omdat er al lang geen veen meer wordt gebaggerd verlandt het Schuitwater weer. In het natuurreservaat Schuitwater zijn diverse wandelpaden en waar het te nat wordt lopen de paden over vlonders.
Vlonderpad door het Schuitwater
Het pad komt uit op een asfaltweg die een klein stukje gevolgd wordt. Even later ga ik het bos weer in en na het passeren van een boomkwekerij moet ik een kronkelpaadje door moerassig gebied nemen. Als ik het bosje uitkom moet ik een grindweg volgen. Na een aantal wegen en paden kom ik bij de kasteelhoeve Kaldenbroek aan. Aan de weg staat aangekondigd dat er koffie is, dus besluit ik een rustpauze te nemen. Het is nog geen elf uur, en alles lijkt nog gesloten. Ik voel nog even aan de deur, maar die is echt dicht. Als ik weg wil lopen doet een aardige dame de deur van het slot en nodigt mij binnen. Ze is er toch…

Kasteel Kaldenbroek
Het kasteel Kaldenbroek wordt voor het eerst in 1394 vermeld. Alex Vlerck kreeg het toen in leen van de Hertog van Gelre. Tegenwoordig kun je er terecht voor yoga, therapieën, massages, huidverzorging en tal van andere activiteiten.
Na de koffie ga ik weer verder naar Grubbenvorst. Bij Grubbenvorst, dat aan de Maas ligt, zijn op de hoge Maasoever sporen van vroeg Germaanse bewoning gevonden. Waarschijnlijk is er sinds die tijd al sprake geweest van een nederzetting. In Grubbenvorst koop ik bij een supermarkt iets te eten en te drinken voor straks in de trein. Bij IJssalon Clevers neem ik een kop cappuccino met een glas amarettoijs met slagroom en amandelkruim. Heerlijk.
Ik blijf niet te lang zitten maar vervolg mijn pad door Grubbenvorst naar het pontje dat mij naar de oostoever van de Maas zal brengen.
Pontje over de Maas
Langs en over de dijk gaat het verder in de richting van Venlo. Op een gegeven moment gaat het pad over de uiterwaarden van de Maas. Aan het begin moet ik door een hek waar de bodem door het vee behoorlijk modderig is geworden. 
Modderbende
Ik zak bijna tot mijn enkels in de drek. Gelukkig heb ik hoge wandelschoenen. Na een omzwerving over de uiterwaarden ga ik tussen de pijlers van de Noorderbrug door.
Noorderbrug
Boven mij razen de auto’s over de A67. Wat een tegenstelling: de auto’s haasten zich in de richting van Moers en Eindhoven, terwijl ik alle tijd en rust heb om in Venlo te komen. Nadat ik nog een hele tijd over de dijk heb gelopen moet ik vanaf de Maaskant door een sparing in de dijk naar de “bewoonde kant” van de dijk: Venlo.

Sparing in de dijk
Nog een klein stukje door de oude binnenstad van Venlo en dan kom ik bij het station aan.
Ik twijfel nog even of ik mijn voeten ergens in een kroegje tot rust zal laten komen, maar besluit toch om de trein te pakken. Ik heb 5 minuten over voor vertrek.
De trein is nog maar net vertrokken en dan zie ik dat ik geluk heb gehad: het begint opeens heel hard te regenen. Gelukkig zit ik droog en ben ik op weg naar huis.


Vandaag heb ik in ongeveer 5 uur en 3 kwartier 21 km afgelegd.
In totaal heb ik in 93 uur 387 km afgelegd.

Ik heb nog 105 km te gaan naar de Sint Pietersberg.



Schuitwater



Buurtkapel Houthuizen




Hommage aan "het witte goud"





Pad door de uiterwaarden

Biddende  Valk


Fijn dat de richting door de modder wordt aangegeven. Maar wie zou die Pieter zijn van wie dit modderpad is...




Twintigste etappe, Vierlingsbeek – Swolgen

4 november 2017
Twintigste etappe, Vierlingsbeek – Swolgen

Omdat wij gisteren bij de uitreiking van het Bachelor diploma van onze zoon in Maastricht zijn geweest hebben wij in een B&B in Maastricht gelogeerd.
Vanochtend ben ik om 10 voor 8 uit de B&B vertrokken om met de bus en de trein naar Vierlingsbeek te reizen. Toch nog een reis van bijna 2 uur. Vanaf het station in Vierlingsbeek ben ik eerst weer naar Herberg Thijssen gelopen omdat ik daar met de vorige etappe ben gestopt. Natuurlijk ook een prima plek om de etappe te beginnen met Cappuccino met een appelpunt.
Na de koffie ga ik om 5 voor half 11 op pad. Het weer is goed en mijn humeur is prima.
Ik laat het dorp Vierlingsbeek achter me en loop door de akkers en passeer al snel de brug over de Molenbeek. 
Brug over de Molenbeek
Het pad loopt verder langs het Afleidingskanaal(tje) en komt uit bij de restanten van Kasteel Het Makken. Dit vroegere kasteel van Arnold van Egmont, werd in 1806 gesloopt en nu rest alleen de voorburcht, de vooruitgeschoven verdediging van het kasteel. Arnold van Egmont was van 1423 tot zijn dood in 1473, met een onderbreking van 1465 tot 1471, hertog van Gelre. Daarnaast was hij graaf van Zutphen.
Kasteel Het Makken
Vlak voor Holthees staat aan de linkerkant een witte kapel, de Mariakapel. Deze kapel heeft ook al een behoorlijk verleden. De oudste beschrijving dateert uit 1464, toen nog de Capella ten Hout. Tijdens de tachtigjarige oorlog, van 1569 tot 1648, werd de kapel door Kasteel Macken als tiendschuur gebruikt. Hier werd de belasting van boeren en pachters aan de kasteelheer, de hertog van Gelre, opgeslagen. Het ging hierbij niet om geld, maar om belasting in natura zoals een deel van de oogst. De kapel is pas in 1848 door de Rooms katholieke kerk weer voor de godsdienst opengesteld. In de tweede wereldoorlog werd de kapel door een bombardement zwaar beschadigd. Het is weer hersteld en werd in 1951 weer opnieuw in gebruik genomen. In 1999 is de kapel aan de eredienst onttrokken, maar in 2000 is de kapel door de bisschop van ’s Hertogenbosch ingezegend als devotiekapel.
Mariakapel
De tocht gaat verder door Holthees en voert me over ca 2 km langs de spoorlijn waarover ik vanochtend naar Vierlingsbeek ben gereisd. 
Spoorlijn Venray -Vierlingsbeek
Langs het eerste stuk, waar nog een straat is, staat het oorlogsmonument van Holthees voor de slachtoffers van het bombardement op 30 september 1944. Weer even verder, vlak voor Smakt, staat al weer een kapel, dit keer een kapel die als enige in Nederland is toegewijd aan Sint Jozef. Deze kapel trekt al 3 eeuwen bedevaartgangers naar Smakt. Zo’n 20.000 bezoekers brengen jaarlijks een bezoek aan dit Pelgrimsoord. Ik werd getroffen door de tekst van Bodvar Schjelderup, een Noorse Emeritus hoogleraar architectuur, die buiten op een bord staat:

Het onzichtbare pad

Pelgrim?
Vandaag?
Juist, vandaag.

Misschien niet zozeer naar
Rome, Santiago
Mekka of Smakt

Alswel een pelgrim,
op het onzichtbare pad
in het innerlijke landschap.

Dit is de plek
waar alles begint,
waar alles eindigt.

Het innerlijke landschap
in het gebied dat we
willen leren kennen.

Het onzichtbare pad
leidt naar het midden,

waar het leven zich
steeds vernieuwt.

De weg buigt zich af van het spoor maar de route gaat eerst verder over een brede groene grasstrook, even later wordt het een smal pad door het gras en even later gaat het weer over in een bospad. 
....even later wordt het een smal pad door het gras...
Bij een volgende spoorwegovergang kom ik op een asfaltweg uit die ik een klein stukje van het spoor af moet volgen om daarna weer rechtsaf een bospad in te slaan. Voordat ik afsla zie ik een groep van links komen die de asfaltweg oversteken en het bos inlopen. Als ik bij het bospad kom staat een van de mensen mij op te wachten. Het blijkt dat het groepje het graspad heeft gemist en de weg is blijven volgen die hier weer uit is gekomen. We raken verder aan de praat en het blijkt dat ze uit Groningen komen. We wisselen wat ervaringen uit en de man vertelt onder andere dat zij zo verbaasd zijn dat de mensen hier zo vriendelijk zijn en dat ze door de meeste mensen zo vriendelijk gegroet worden. Dat zijn ze in Groningen niet zo gewend.
We lopen nog een klein stukje samen verder tot hij weer aansluit bij de rest van zijn gezelschap. Ik groet ze nogmaals vriendelijk en ga ze dan voorbij.
Niet heel veel later, als ik even bij op een bankje tussen stuifduintjes in de Boschuizer Bergen een korte stop maak om mijn trui en trainingsjasje uit te trekken passeren zij mij weer. 
Bankje tussen de stuifduintjes
De route door deze stuifduintjes met zijn witgekopte paaltjes is wat lastig te volgen, maar na het volgen van de paaltjes en het betere gokwerk kom ik uiteindelijk weer op een beter begaanbaar pad uit.
Bij de Rosmolen, een prachtige Frankische boerderij met een nog veel mooiere pittoreske watermolen uit 1667, passeer ik de Groningers voor de laatste keer. Een rosmolen is een maalderij die door paarden wordt aangedreven. De Rosmolen van Geysteren echter, is een watermolen die door middel van een waterrad in de Oostrumse Beek wordt aangedreven. De naam Rosmolen komt van de oorspronkelijke rosmolen bij een boerderij in het gebied, waar ook de watermoelen staat, dat vroeger “Aan de Rosmolen” heette. De boerderij met de rosmolen is in 1863 afgebrand, maar de naam Rosmolen is overgegaan op de watermolen.
Frankische boerderij bij de watermolen
Het pad voert me langs de boerderij verder langs de mooie beken door het Landgoed Geysteren.
Als ik dichter bij Wanssum kom, heb ik eerst een mooi uitzicht over de velden, maar na een bocht kijk ik opeens tegen de fabrieken bij de haven van Wanssum aan. Wanssum heeft de grootste binnenhaven van Limburg en is gelegen aan de Maas. Deze haven is in 1934 in het kader van de werkverschaffing gegraven. Wanssum zelf is voor het eerst in 1242 vermeld.
Ik passeer Wanssum en loop parallel aan de Groote Molenbeek verder in de richting van Meerlo.
Vlak voor Meerlo wordt ik linksaf naar het Kasteelke geleid. Het uit vermoedelijk 1457 of al eerder daterende kasteeltje zou in de Tachtigjarige Oorlog door brand in de as zijn gelegd, maar is in de tussenliggende vredesperiode weer zijn herbouwd. De muurankers met het jaartal 1619 herinneren daar nog aan. Het Pieterpad loopt over het binnenerf en gaat onder het poortgebouw door weer verder langs Meerlo.
Het Kasteelke met de poort
In Meerlo tref ik bakkerij Maison Lambi waar ik nog even kan genieten van heerlijke cappuccino met een rondje kruimelvlaai.
Over de oorspronkelijke route van achtste druk zou via de Keuter naar Swolgen lopen, maar de route is hier behoorlijk gewijzigd. Buiten Meerlo gaat de route weer naar de Groote Molenbeek. Tussen Meerlo en Tienray krijgt het “snelvlietend beekje” dat in ons Twentse Volkslied “het molenrad doet gaan” wel een heel andere dimensie. De Groote Molenbeek vliet namelijk veel sneller door het landschap dan de rustig kabbelende “snelvlietende” beekjes in Twente. 
Snelvlietend beekje
Ergens tussen Meerlo en Tienray is het zachtjes gaan regenen en ik ben blij dat de nieuwe route tussen Tienray en Swolgen door bebost gebied loopt.
Omdat ik pas na 5 uur bij de B&B terecht kan, het is pas 4 uur, ga ik in Swolgen snel op zoek naar cafetaria Wilhelmina aan de Mgr. Aertsstraat. Ik ga aan de voorkant naar binnen en tref daar geen cafetaria maar een bruin café. Ik zeg dat ik de cafetaria zoek, maar de dame achter de bar zegt dat ik ook hier kan zitten en bestellen. En het bieraanbod is hier ook veel beter dan in de cafetaria. Ik bestel het Pieterpad menu, tomatensoep, zuurvlees, friet en rauwkostsalade. Als aperitief en tijdens het eten geniet ik van de heerlijk Triple van de Belgische brouwerij Arend.
Ik raak aan de praat met een echtpaar uit Ommen. Zij hebben het Pieterpad al eens helemaal gelopen en nu ze gepensioneerd zijn gaan ze nog regelmatig het land in om de verschillende etappes nog eens te lopen. Niet meer hele etappes, mar ongeveer tot op de helft en dan weer terug naar het beginpunt. OP die manier zien ze de route met tegenlicht en met het licht van de zon in de rug. Op de heenweg is de beleving van de route heel anders dan op de terugweg. Ik heb er zelf ook wel eens over nagedacht. Omdat ik probeer om het meest met zonnig weer te wandelen kijk ik dus ook het meest tegen de zon in. Vrijwel alles waar je tegenaan kijkt ligt aan de schaduwkant. Wanneer ik de route van zuid naar noord zou lopen, met de zon in de rug, kijk je dus tegen de zonkant van bomen, huizen, schuren et cetera aan.
Als ik het café verlaat is het bijna 6 uur. Ik hoef nog maar 300 meter te lopen naar de B&B Bedje & Boterham van Jeanny en Piet. Ik wordt heel gastvrij met een kop koffie ontvangen door Piet. Ik ben niet de enige gast, er logeren ook nog vier dames die ook het Pieterpad lopen. Na de koffie ga ik naar mijn kamer. Als ik onder de douche ben geweest kijk ik op mijn tablet nog naar Flikken Maastricht van gisteravond, maar krijg niet alles meer mee omdat ik steeds wegdut. Ik ga al vroeg slapen want morgenstaat de volgende etappe weer op het programma.

Vandaag heb ik in ongeveer 5 uur en 3 kwartier 21 km afgelegd.
In totaal heb ik in 87 uur en 1 kwartier 366 km afgelegd.


Ik heb nog 126 km te gaan naar de Sint Pietersberg.

Volgens deze handwijzers is het 5 km minder naar Pieterburen dan van Pieterburen naar Vierlingsbeek zoals ik gelopen heb

Molenbeek

Oorlogsmonument Holthees


Brede graspad


Rosmolen





Het Kasteelke


Snlevlietend beekje