dinsdag 13 oktober 2015

Terugkijkend op het eerste deel van het Pieterpad

Pieterburen – Vorden

Deel 1 van het Pieterpad, Pieterburen – Vorden, heb ik nu bijna helemaal gewandeld (het laatste stukje naar Kasteel Vorden pik ik de volgende etappe mee). Ik heb gedeelten met mijn dochter Rebecca, mijn zoon Jasper, mijn zus Riky en mijn (hard)loopmaatje Wilma gewandeld. Andere gedeelten heb ik alleen gewandeld.
Over het algemeen heb ik mooi weer gehad. Wat wil je ook als je op basis van de weersverwachting besluit of je komend weekend gaat wandelen.

Ik heb erg genoten van:
de weidsheid van Groningen
de bossen en de heide van Drenthe

het heuvelachtige en de heide in Overijssel

de landgoederen van het eerste gedeelte van Gelderland.


Hoewel ik ontmoeting als één van de kernwoorden boven aan mijn blog heb staan, valt dat een beetje tegen, maar het blijven heel vluchtige contacten: O, jij loopt het Pieterpad ook? Waar ben je begonnen? Mooi weer he? 
Je komt Pieterpatters, Pieterwandelaars, Pieterpadgangers, Pietergenieters en alle anderen die over het Pieterpad trekken tegen of achterop
Soms loop je een eindje met iemand op en dan hoor je waar ze vandaan komen of hoe de reis van of naar de wandeling georganiseerd is, maar veel verder dan dat gaat het eigenlijk niet.
 Een gesprekje over de heg met een bewoner gebeurt nog veel minder
Plezier heb ik echter wel van mijn wandelingen. Ik loop vaak te fluiten, of er zingt gewoon een liedje in mijn hoofd.
 Bedouwde heide, 
een zonnestraal die tussen de bomen door piept,

een mooi gekleurde paddenstoel, 
een Schotse Hooglander
of een zwartbonte koe die tot zijn buik in het water staat,
 een adder die je pad kruist,

een kistje verse appels daar speciaal voor de Pieterpadwandelaars neergezet,
allemaal cadeautjes, zo maar voor het oprapen als je er maar oog voor hebt. Daar heb ik plezier van, daar doe ik het voor.
De zere voeten aan het eind van de dag, of toch weer die nare blaar op m’n grote teen, de logistieke klus van en naar een etappe, een klein buitje of motregen onderweg of een heel stuk langs een bedrijventerrein of een wat drukkere weg wandelen, dat neem ik graag op de koop toe.

Ik hoop dat ik de volgende 13 etappes van deel 2 van het Pieterpad met net zo veel, of nog meer genoegen zal wandelen.

Dertiende etappe, Laren – Vorden

11 oktober 2015
Dertiende etappe, Laren – Vorden



Vol goede moed gaan Riky en ik na de koffie op pad. Het is altijd gezellig om zo’n eind met mijn zus te lopen.
Het weer blijft goed, de temperatuur is zelfs wat gestegen.
We lopen vanaf Laren door Groot Dochteren, een buurtschap met een kleine 300 inwoners, kruisen het spoor en even later het Twentekanaal.
Het eerste plan voor de aanleg van het Twentekanaal, officieel het Kanaal Zutphen – Enschede, stamt al uit het midden van de 19e eeuw. Pas in 1930 wordt, na een hele periode van ruzie over verschillende ontwerpen, begonnen met het graven van het kanaal. Het grootste gedeelte is aangelegd als werkverschaffingsproject tijdens de crisisjaren. Je moet daar nu niet meer aan denken, maar het meeste werk werd met de schop en de kruiwagen gegraven. In 1938 was het kanaal klaar.
Kanaal Zutphen – Enschede
Even later kruisen we de Berkel. Deze rivier ontspringt in de stad Billerbeck in Nordrhein Westfalen. Vanaf Rekken is het riviertje gekanaliseerd en mondt uiteindelijk bij Zutphen in de IJssel uit. Hoewel de Berkel is gekanaliseerd, blijft het door het landschap meanderen.
De Berkel
Het Pieterpad voert ons verder door landgoed Velhorst en een Militair oefenterrein naar Het Enzerinck, een buitenplaats gebouwd in 1835-1836 voor de latere burgermeester van Vorden, Jonkheer van Panhuys. Even later passeren we ook buitenplaats Den Bramel. Al in 1396 was er sprake van bewoning door Gerrit den Bramel. De huidige bebouwing stamt uit de periode 1720-1726. Werkelijk een plaatje om naar te kijken.
Buitenplaats Den Bramel

Niet veel later komen we aan in Vorden. We lopen niet naar het eindpunt van deze etappe, Kasteel Vorden, maar slaan bij de spoorwegovergang rechts af naar het centrum van Vorden om bij Bistro de Rotonde onder het genot van bier, wijn en een bittergarnituur de komst van Marcel af te wachten.
Al Marcel is gearriveerd rijdt ik met Marcel en Riky mee naar Apeldoorn waar ik op de trein terug naar Enschede stap.



Vandaag heb ik van Laren tot Vorden in ongeveer 2 en een half uur 14 km afgelegd.
In totaal heb ik in 53 uur en 1 kwartier 235 km afgelegd.

Ik heb nog 246 km te gaan naar de Sint Pietersberg.

Het Enzerinck, Buitenplaats uit 1826 in neoclassicistische stijl

Twaalfde etappe, Holten – Laren

11 oktober 2015
Twaalfde etappe, Holten – Laren

Vandaag loop ik twee etappes. Van Holten naar laren en van Laren naar Vorden. Ik sta vroeg op om om kwart over 8 met de trein naar Holten te vertrekken. Na een overstap in Almelo kom ik om 10 over 9 in Holten aan waar mijn wandeling begint. In Holten wordt mijn wandeling omlijst door het gebeier van de kerkklokken die de gelovigen ter kerke roepen. Vandaag is de natuur mijn kerk.
"het gebeier van de kerkklokken die de gelovigen ter kerke roepen"
Het is prachtig mooi weer, wind uit het oosten, helder blauwe lucht en lekker fris. Ik heb me warm aangekleed en heb het de hele dag niet koud gehad.
Al snel verlaat ik het dorp Holten en loop ik tussen de maisvelden door langs de voet van de Beuseberg. 
Loop ik tussen de maisvelden door
De vorige etappes heb ik aangegeven hoe hoog de bergen op en langs mijn pad waren en dat zal ik dan ook maar met deze berg doen: de Beuseberg is 33,7 meter hoog. Ik heb de berg niet gezien, maar hij is er wel.
Een eindje verder is het gemaaide gras in de berm nog wit berijpt. Wat maar weer aangeeft dat het afgelopen nacht heeft gevroren. Als ik onder eikenbomen door loop hoor ik om me heen de eikels uit de bomen vallen. De stevige wind is daar mede debet aan.
Al snel zie ik in de Zendmast Markelo wazig opdoemen. Met zijn 187 meter hoogte, inclusief antenne, is het een imposant monument. Toen ik nog met mijn ouders op camping de Hoch bij Rijssen kampeerde boezemde die hoge toten al ontzag in. De toren is niet meer in gebruik, maar sloop is niet aan de orde.
Zendmast Markelo
Ik vervolg mijn weg via het viaduct over de A1 / E30. De Europese weg 30 loopt van Cork in Ierland naar Omsk in Rusland. Een afstand, hemelsbreed, van ca 5100 km en over de weg van ca 5800 km. Het is echter lastig om deze weg zonder omwegen af te rijden, omdat tussen Felixtowe in Engeland en Hoek van Holland geen ferry meer vaart.
De route gaat verder langs de schipbeek. De Schipbeek, tot 1404 de Hunneper Aa genoemd, is onderdeel van een bekenstelsel tussen Ahaus en Deventer. Rond 1404 is het bekenstelsel door uitdieping en verleggen bevaarbaar gemaakt. Rond 1746 heeft de Deventer ondernemer Hendrik Lindeman de bevaarbaarheid opnieuw laten verbeteren en vanaf die tijd maakten iedere dag zo’n 20 tot 30 zompen gebruik van de route.
Schipbeek
Een heel eind verder wandel ik Landgoed Verwolde in. Dit Landgoed is, zoals alle landgoederen in “De Graafschap” door de Graaf van Zutphen aan een van zijn vrienden in beheer gegeven. In 1776 de familie Van der Borch van Verwolde hier een landhuis in Louis XVI stijl laten bouwen, het Huis Verwolde. Ik loop hier zelfs een stukje verkeerd, niet meer dan een kleine 200 meter, maar zie al snel mijn vergissing in.
Huis Verwolde

Even later loop ik langs de voormalige pastorie De Binnenhof, oorspronkelijk uit de 18e eeuw, maar in de 19e eeuw uitgebouwd tot een mooie villa voor de Freule Verwolde.
Ik stuur mijn zus Riky een berichtje dat ik rond kwart over 12 in Laren denk aan te komen en net voor het tunneltje onder de N332 komt de auto van Marcel en Riky mij tegemoet. Riky loopt samen met mij de laatste 300 meter naar het centrum van Laren en Marcel vertrekt weer naar Apeldoorn.
Riky en ik drinken eerst een kop koffie bij Stegeman in “het centrum” van Laren.

Vandaag heb ik tot Laren in ongeveer 3 uur 15 km afgelegd.
In totaal heb ik in 50 uur en 3 kwartier 222 km afgelegd.
Ik heb nog 260 km te gaan naar de Sint Pietersberg.

..........


maandag 3 augustus 2015

Elfde etappe, Hellendoorn – Holten

2 augustus 2015
Elfde etappe, Hellendoorn – Holten

Een week na de vorige etappe ben ik weer op “Pieterpad” gegaan. Dit keer in gezelschap van mijn zoon Jasper en mijn zus Riky. Om 5 over 9 hebben wij Riky bij station Wierden begroet en daarna heeft Els ons in Hellendoorn afgezet. Na de nodige groepsfoto’s zijn we om iets voor half 10 gaan wandelen.
Riky, Jasper en Roel. De foto is in Hellendoorn door Els genomen.


Ik heb deze etappe een paar jaar geleden al eens met Wilma gelopen om te kijken of ik al “klaar” was om een onderneming als het Pieterpad te lopen. Omdat ik het hele Pieterpad in volgorde wil lopen loop ik deze etappe dus voor de tweede keer.
Al snel verlaten we Hellendoorn en lopen westelijk van de heuvels Stoepaars en de Klinkenbelt in de richting van de spoorlijn en provinciale weg Nijverdal - Raalte.
“Verderop verbreedt zich de boschweg en bereikt ge een open gekapt stuk boschgrond op den Stoepaars, waar naar het Oosten een ruim panorama zich aan ons oog vertoont. Wandelen we door naar ‘t hoogste gedeelte, dan breidt het panorama zich ook naar het Westen uit.” (fragment uit “Per auto en te voet (1919): Wandeling 13”).

“De Klinkenbelt heeft nu een hoogte van 46,2 meter boven NAP terwijl deze heuvel volgens de gemeentekaart uit 1865 nog 52 meter hoog was. ”


Iets zuidelijk van de provinciale weg loopt het Pieterpad langs Werkkamp Twilhaar. De plannen voor het werkkamp stammen uit de crisisjaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog. In 1939 heeft Staatsbosbeheer de gronden en opstallen aangekocht ten behoeve van werkverruiming die plaats zou vinden op de Twilhaar. Als eerste kwamen begin 1941 door de bezetting werkeloos geraakte vissers en zeelieden uit Scheveningen en Den Haag naar het werkkamp om ontginningswerkzaamheden te verrichten. Half april 1942 werd het werkkamp door de bezetter aangewezen als Joods werkkamp. Vanaf 10 juli 1942 werden hier Joodse mannen gegijzeld. Op 2 oktober van dat zelfde jaar werden de naar Westerbork gestuurd. De meesten gingen van daar direct door naar de verschrikkingen in Sobibor en Auschwitz. Vanaf eind 1942 kwamen opnieuw mensen uit Scheveningen, maar ook uit Katwijk en Noordwijk naar Werkkamp Twilhaar. Dit keer waren het mensen die de kuststrook moesten verlaten door de aanleg van de Atlantikwall.

De poort van Werkkamp Twilhaar

Het monument in het voormalige werkkamp bestaat uit twee bronzen fotolijsten met daarin één foto van joodse mannen die hier werden gegijzeld. In de linker fotolijst zijn de mannen goed te zien, in de rechter zijn ze als het ware vervaagd. Hiermee wordt aangegeven hoe de herinnering aan deze mensen kan vervagen.
Als we weer verder wandelen, komen we bij het uitzichtpunt op de Noetselerberg waar je inderdaad een prachtig uitzicht hebt in de richting van Raalte. We nemen dan ook te tijd om van het uitzicht te genieten.
UItzicht op, in de verte, Raalte
Als we de Nijverdalse Bergweg zijn gepasseerd komen moeten we wat lager op de berg echt zoeken naar de juiste route. We vermoeden dat we verkeerd zijn gelopen en we komen twee dames tegen die het Pieterpad ook lopen. Op de vraag in welke richting ze lopen, krijgen we te horen dat ze in zuidelijke richting lopen maar de route niet kunnen vinden. Even later komt er nog een groepje dat de weg ook kwijt is. Wij lopen terug naar de laatste duidelijke aanduiding en gaan dan aan de hand van de kaart nauwkeurig na waar we precies zijn en komen er dan achter dat het pad waar wij in zijn gegaan niet op de kaart staat. Gelukkig komen we nu wel goed uit en vindt Jasper de volgende richting aanduiding.
We lopen verder over een heuvelachtig heideveld en door de dennenbossen van Landgoed de Noetselenberg naar de Holterberg met 59,50 meter boven NAP misschien het hoogste punt van deze etappe? Nee, even voordat we bij het uitzichtpunt op de Holterberg komen bereiken we tussen de Oude Hellendoornseweg en het Rietslenkpad een onbenoemde hoogte van 60,00 meter boven NAP. Van mij mogen ze dit punt wel de Pietersbelt noemen.
Heideveld

Even verderop kruisen we LAW3, het Marskramerpad dat over 360 kilometer van Bad Bentheim in Duitsland naar Scheveningen loopt. Misschien wordt dat mijn volgende uitdaging en doe ik dan de Canadese Begraafplaats aan dat zo’n 200 meter van het Pieterpad ligt.
Kruising van het Pieterpad met het Marskramerpad

Vanaf de kruising met het Marskramerpad lopen we verder over een gedeelte van het Wereldtijdpad tot het station van Holten waar het eindpunt van de elfde etappe ligt. Het Wereldtijdpad is een samengestelde wandelroute langs de grens van Twente en Salland dat is opgesplitst in rondwandelingen van 4 tot 10 kilometer. Langs de kant van de weg vind je paaltjes met een jaartal voor elk jaar van onze jaartelling één. Elk jaarpaaltje heeft een draaibare kubus met daarop gebeurtenissen uit het betreffende jaar. Gebeurtenissen van dichtbij en van ver weg.
Na aankomst bij het station lopen we verder naar het centrum van Holten waar we bij de bakker genieten van een lekker Weißbier en ijs.
Genieten van een lekker Weißbier en ijs

Riky heeft ondertussen mijn zwager gebeld en hij komt ons even later ophalen om ons naar Enschede ter brengen.
  

Vandaag heb ik in ongeveer 4 uur en een kwartier 15,6 km afgelegd.
In totaal heb ik in 47 uur en 3 kwartier 207 km afgelegd.

Ik heb nog 274 km te gaan naar de Sint Pietersberg.

Pieterpad

Miljoenpoten (Diplopoda, vroeger: Chilognatha) zijn een klasse van geleedpotige dieren uit de onderstam van duizendpotigen (Myriapoda). Ze leven allemaal op het land en komen wereldwijd voor.

maandag 27 juli 2015

Tiende etappe, Ommen – Hellendoorn

26 juli 2015
Tiende etappe, Ommen – Hellendoorn

Na de zomerstorm van zaterdag 25 juli begint deze zondag zonnig met weinig wind en dat zal de hele tocht vandaag zo blijven. Om half acht rijden Jasper en ik met de auto naar Hellendoorn. De fietsen staan op de Twinny Load om van Hellendoorn naar Ommen te fietsen. Om acht uur komen we in Hellendoorn aan en parkeren daar de auto. We fietsen over de Ommerweg, de Hellendoornseweg, de Lemelerweg en uiteindelijk de Hammerweg naar het station in Ommen.
Om 9 uur stallen we de fietsen in de stalling bij het station en even later zijn we op Pieterpad naar Hellendoorn.
Al snel blijkt dat we de vlakke gebieden van de eerdere etappes achter ons hebben gelaten. Eén van de eerste straten waar we overheen lopen heet de Bergweg. En niet voor niets, want deze weg leidt ons naar de 33 meter hoge Besthmenerberg waar we, bovenaan gekomen, besluiten om de uitzichttoren ook nog maar even te beklimmen.
Uitzichttoren op de Besthmenerberg
Van boven uit de toren heb je een prachtig uitzicht over het noordelijke gedeelte van de Sallandse Heuvelrug en zien we de Archemerberg al liggen. De Sallandse Heuvelrug is gedurende de twee laatste ijstijden gevormd. De voorlaatste ijstijd, het Saalien duurde van 238.000 tot 126.000 jaar geleden. Gletsjers met een dikte van wel 100 tot 400 meter dik stuwden rotsen van wel duizenden kilo’s vanuit Scandinavië naar ons land. Deze rotsen werden onderweg gladgeschuurd en verpulverd. Ook vroegere rivierafzettingen van grote rivieren zoals de Rijn en rivieren vanuit het oosten werden door de gletsjers meegevoerd. Na het smelten van de gletsjers bleven in Nederland onder meer de Sallandse Heuvelrug achter. Tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien, die duurde van 116.000 tot 11.700 jaar geleden, kwamen de gletsjers niet tot in Nederland, maar was de bodem wel permanent bevroren. Door harde winden werden lagen dekzand afgezet en door smeltwater van de sneeuw in het voorjaar erodeerde de ondergrond en werden droogdalen gevormd.
Als we weer aan de voet van de toren staan vervolgen we onze weg. Na de passage van de Hammerweg komen we langs de Steile Oever waar goed te zien is hoe een buitenbocht van een meander van de Regge zich een weg door de stuwwal heeft gebaand.
Steile Oever
 Als we even later ook de Lemelerweg via een tunneltje en de Regge via de brug bij Nieuwebrug, een buurtschap op de oude postroute van Ommen naar Raalte, waar het huidige café van oorsprong een herberg was.
We lopen verder langs een wakelbosje (jeneverbesbosje), door bos en over heide en bereiken als “hoogtepunt” van onze tocht de top van de Archemerberg met een hoogte van wel 78 meter boven NAP de op één na hoogste berg van Overijssel. Ook hier weer een prachtig uitzicht over de omgeving.
Op het hoogste punt staat een vierkante zandstenen zuil met bronzen landmeetbout die rond 1890 is geplaatst als één van de vaste punten voor de Rijks Driehoeksmeting met de Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort als nulpunt van het assenstelsel.
Boven op de Archemerberg 
Er is in 1885 begonnen met het inmeten van 77 punten over heel Nederland, het eerste-orde net. In 1928 is het net met ca. 5.600 punten compleet. Het nulpunt is overigens in 1960 om praktische redenen verplaatst naar een fictief punt in Frankrijk. De Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort is wel blijven staan.
 We dalen weer af en lopen langs misschien wel de grootste zwerfkei van Nederland en het Grote en Kleine Ravijn. We verlaten de route om op de Lemelerberg, met z’n hoogte van 77 meter de op drie na hoogste berg van Overijssel, te genieten van appeltaart met slagroom en wat te drinken.
Boven op de Lemelerberg het Monument 1813 opgericht ter herinnering aan de herwonnen onafhankelijkheid.
Als we weer terug zijn op de route lopen we verder naar Lemele waar bij Zaal Dijk de route van bos overgaat in akker en weidegrond.
 Een paar kilometer verder komen we weer bij een bos dat we over het jaagpad langs de Boksloot inlopen. In 1863 liet ene Hendrik Meinsz de Boksloot graven om mest, stratendrek en gier dat met mestboten dat via de Overijsselse kanalen vanuit Amsterdam en Zwolle werd aangevoerd en overgeladen op bokken, platboom vaartuigen, naar zijn eenvoudige boerderij te vervoeren. Landbouwproducten, veldkeien en later ook hout werden via de boksloot weer naar het Overijssels kanaal vervoerd. Nog steeds is de Boksloot goed zichtbaar in het bos, maar er staat niet veel water meer in.
Ook hier beklimmen we een berg, dit keer de Eelerberg. Ondanks zijn bescheiden hoogte van 40 meter boven NAP hebben de Duitsers hier tussen 13 november en 28 maart 1944 in de Tweede Wereldoorlog een mobiele lanceerinstallatie voor V2 raketten (Vergeltungswaffe 2) ingericht vanwaar de eerste onbemande geleide ballistische raketten werden afgeschoten op onder andere de haven van Antwerpen en de brug in Remagen in Duitsland. Op 16 november 1944 vond de eerste lancering plaats.
Als we het bos uit komen horen we aan onze rechterkant het gejoel van het publiek in Avonturenpark Hellendoorn en zien we voor ons de kerktoren in Hellendoorn opduiken waar vandaag het eindpunt van deze etappe ligt.
Hellendoorn is de plaats waar dichteres Johanna van Buren (1881-1962) woonde en gedichten in de “moodersproake” schreef. Jarenlang schreef zij wekelijks een gedicht in dialect dat in het Twentsch Zondagsblad werd geplaatst. Johanna van Buren heeft veel betekend voor de instandhouding van de Twentse taal.
Johanna van Buren
"Ik bidde oew, jonge volk van noew:
Hoaldt déigen sproake in eer'n.
Oew beste doon de'j Hollaands könt,
Mar... 't eigne neet verleer'n" 
Als we rond twee uur weer bij de auto zijn rijden we naar Ommen om de fietsen weer op te halen. We mogen terugkijken op een mooie wandeling door een prachtige omgeving.

Vandaag hebben we in ongeveer 5 uur 21 km afgelegd.
In totaal heb ik in 43 en een half uur 192 km afgelegd.
Ik heb nog 289 km te gaan naar de Sint Pietersberg.
Eikenblad na de storm met regendruppel in de zon

Gras op de heide dat is neergeslagen door de storm

Uitzicht vanaf de uitkijktoren op de Besthmenerberg

Tak van dennenboom die een beetje in de war is

Vanaf hier nog 305,5 km?

dinsdag 16 juni 2015

Negende etappe, Hardenberg – Ommen

14 juni 2015
Negende etappe, Hardenberg – Ommen

Afgelopen vrijdag kwam tijdens het etentje vanwege de verjaardag van Rebecca de mogelijkheid boven tafel om een Blokker/NS dagkaart van Rebecca over te nemen. Op die manier kon ik zondag voordelig naar Hardenberg en van Hardenberg naar Enschede reizen. Een tweede voordeel was dat Jasper op de zelfde dag nadat ik weer in Enschede ben aangekomen met de zelfde kaart weer naar Maastricht kon reizen. Een win-win situatie dus.
Enfin, zondagmorgen heb ik de vroegst mogelijke trein richting Almelo genomen om daar over te stappen op de trein naar Mariënberg en vervolgens op de trein naar Hardenberg.
Bij het verlaten van het station kom ik in gesprek met Mieke uit Zutphen die ook het Pieterpad loopt. We zijn samen naar het beginpunt gelopen en na ongeveer 1,5 km is zij verder gelopen terwijl ik een steentje uit mijn schoen moest bevrijden.
De etappe Hardenberg Ommen is de laatste etappe door het Vechtdal. En echt een aanrader voor de wandelaar. Na het passeren van de Vecht over de Vechtbrug loopt het Pieterpad langs de Molengoot en de Vecht. In het gedeelte tussen de Europaweg, de Twenteweg en de Vecht heeft de Vecht meer ruimte gekregen om bij hoog water meer water te kunnen bergen en zijn aanpassingen gemaakt voor recreatie en voor de ecologische verbinding. Zo is er onder meer een vistrap gemaakt tussen de Vecht bovenstrooms van de stuw en de Molengoot die benedenstrooms van de stuw in de Vecht uitmondt. Dit gebiedje sluit mooi aan bij de Vechtcorridor noordelijk van Hardenberg.
Op de voorgrond de Molengoot en daarachter de Vecht en Hardenberg

De route gaat verder langs het Hazenbos, een “nieuwbouw” wijk uit de jaren 70 van de vorige eeuw en al snel wandel ik door het Natuurreservaat Rheezermaten. Hier heeft vroeger de Vecht doorheen gemeanderd en het is de bedoeling van het Waterschap om de Vecht door de toevoeging van bochten die eeuwenlang karakteristiek zijn geweest voor de Vecht weer door dit gebied te laten stromen. Nu wordt het landschap nog bepaald door weiden, houtwallen en dode takken van de Vecht, terwijl het Duinroosje hier ook voor komt. Terwijl ik door dit mooie gebied loop begint het zacht te motregenen, maar er valt niet genoeg om nat te worden.
Kikkerpoel in een vroegere tak van de de Vecht
Even later bereik ik Rheeze, een goed bewaard gebleven esdorp met een gave brink. Rheeze bestaat al sinds de vroege middeleeuwen en is sinds 1992 aangemerkt als “beschermd dorpsgezicht”. Heel opvallend zijn de oude boerderijen met strodaken en schuren met siermotieven van gevlochten stro. Ik loop op de brink het Theehuis Rheezer Kamer binnen en ontmoet daar Mieke weer die van een kop koffie zit te genieten. Ik bestel een kop cappuccino met een lekkere brownie.
Theehuis Rheezer Kamer
En we praten met de eigenaresse over de B&B die onlangs in het buitenland op TV is geweest waardoor uit het verre buitenland reserveringen binnenkomen voor de Rheezer Kamer. Na de koffie wandel ik weer verder terwijl Mieke nog een tweede kop koffie neemt.
Even buiten het dorp loop ik de Boswachterij Hardenberg in en de motregen stopt al snel.

Ooit, in de 19e eeuw, beschreef W.C.H. Staring dit gebied als “eene onafgebrokene woestenij”. Door overbegrazing van de heidevelden is deze woestenij veranderd in zandverstuivingen met windduinen. Vanwege de al eerder besproken werkeloosheid rond 1930 is ook dit gebied door de inzet van werkelozen tot ontginningsbossen verworden. Her en der zijn in de bossen nog zandverstuivingen en heidevelden te vinden. Op een gegeven moment zie ik op ongeveer 5 meter afstand een ree in het bos staan. De ree kijkt mij aan, ik kijk de ree aan en dan pak ik mijn fototoestel. Op het moment dat ik het toestel aanzet neemt de ree de benen en loop ik een mooie foto mis.
Op het YouTube filmpje van Nico Arkes zie je zo’n beetje wat ik ook heb gezien. 
Op de grens van Hardenberg met Ommen gaat het betonnen fietspad naast de zandweg over in een gravel fietspad.
Het betonnen fietspad 

Als ik het bos uit kom staat er bij een picknicktafel een koelbox met toetjes, blokjes kaas en frisdrank aangeboden door een boer vlak bij. Ik heb yoghurt met boomgaardfruit genomen. Een lekkere, onverwachte verfrissing.
Een lekkere, onverwachte verfrissing
Terwijl ik zit te genieten komt er een ouder echtpaar bij de tafel die de tafel en de directe omgeving gingen inspecteren. Ze zeiden niets, dus toch maar even gevraagd wat ze aan het doen waren. Geocaching zei de vrouw. Toen zag ik ook dat de dikke telefoon type koelkast een GPS ontvanger was. Ze konden de schat bij de tafel maar niet vinden, zelfs in de koelbox niet. Ik zag aan de weidepaal naast de tafel een drinkbak voor koeien waar een slang met een stalen stop uit hing. Ik draai de stop er uit en zie een plastic prop zitten. Daarin bleek dus een logboekje te zitten. Ik had de schat gevonden. Even later kom ik bij de Stuw bij Junne.
In de gekanaliseerde Vecht is bij Junne een stuw gemaakt waardoor stroomopwaarts geen doorgaande scheepvaart meer mogelijk is. Omdat de Vecht de functie van ecologische verbindingszone vervult is naast de stuw een vistrap aangelegd.
Vistrap bij de stuw bij Junne
De Buurtschap Junne is al zeer oud en licht in een bocht van de Vecht. De gronden waren achtereenvolgens eigendom van de familie Lüps en de baron M. Bentinck tot Bruckhorst uit Beerze. In 1938 is het landgoed in handen gekomen van verzekeringsmij. Amstelven, tegenwoordig Delta Lloyd. Via voormalige productiebossen en over vroegere, maar nu begroeide stuifduinen kom ik langs een dode arm van de Vecht en kruis daarna de spoorlijn Ommen – Mariënberg. Als ik het bos uit kom kruis ik opnieuw de spoorlijn en moet dan over het fietspad langs de Beerzerweg verder naar Ommen waar ik het eindpunt van de route bij hotel de Zon bereik.
Dode tak van de vecht bij Ommen
Ik loop meteen door naar het station van Ommen waar ik nog een ijsje scoor en dan moe maar voldaan op de trein naar huis stap.

Vandaag heb ik in ongeveer 4 uur 21 km afgelegd.
In totaal heb ik in 42 en een half uur 171 km afgelegd.
Ik heb nog 310 km te gaan naar de Sint Pietersberg.

Boerderij met schuur op de Brink in Rheeze

Het fraaie vlechtwerk

Landgoed Junne

Begroet door een stier in Junne