dinsdag 25 oktober 2016

Zeventiende etappe, Millingen aan de Rijn – Groesbeek

23 oktober 2016
Zeventiende etappe, Millingen aan de Rijn – Groesbeek

Het is nog donker en mistig als ik om kwart over 7 in de auto stap om naar Groesbeek te rijden voor de etappe Millingen aan de Rijn – Groesbeek. 
Het is de bedoeling dat ik vanuit Groesbeek de bus pak, om via Nijmegen naar Millingen aan de Rijn te reizen voor de wandeling naar Groesbeek.
Op het gedeelte tussen Apeldoorn en Arnhem na blijft het mistig en onderweg besluit ik om de plannen te wijzigen: Ik zet de auto in Millingen aan de Rijn neer en haal de auto na de wandeling wel weer op. Dat scheelt mij in de tijd als ik aan het eind van de dag weer naar Enschede terug ga.
Sinds mijn vorige bezoek aan Millingen aan de Rijn zijn de werkzaamheden aan de Heerbaan afgerond en kan ik de auto vlak bij het startpunt (en de bushalte) neerzetten.
Ik ga door de mist op weg en hoop dat de zon snel zal doorbreken en dat ik van een mooie zonnige herfstwandeling kan genieten. Het is nog fris en ik ben blij dat ik me warm heb aangekleed.  

De Sint Antonius van Paduakerk is na de oorlog gerestaureerd,
maar de toren werd lager en op een andere wijze herbouwd
De Sint-Antonius van Paduakerk waar ik meteen al langs loop is in dichte mist verpakt. Deze kerk van de hand van architect Wolter te Riele werd in 1913-1914 gebouwd. In de Tweede Wereldoorlog, bij artilleriebeschietingen in 1945, raakte de kerk zwaar beschadigd. De kerk werd na de oorlog gerestaureerd.
Vlak voor de grens met Duitsland gaat de weg verder als zand/grindweg. Deze weg loopt parallel aan de Duitse grens en blijft deze tot de Zeelandsche Hof volgen. Aan de Duitse kant staat op een witgepleisterde kapschuur van ecologische woonwerkgemeenschap de Homüschemühl een tekst van Goethe: “Alleen waar je te voet bent geweest ben je écht geweest”. 


Na een bocht om de Zeelandsche Hof, via een betonpad en later een graspad, gaat het pad weer verder langs de grens. Zeeland verwijst naar een middeleeuwse burcht, Groot Zeeland, van waaruit de Heer gezag uitoefende over de zogenaamde “Kleine Heerlijkheid Zeeland” In de loop van de eeuwen is de burcht een aantal keren afgebrand en er staat nu sinds het begin van de eeuw alleen nog een comfortabel woonhuis. 
Het pad buigt weer van de grens af en komt uit op een asfaltweg. Even later passeer ik de terpboerderij “De Plezenburg”. Deze boerderij is in 1810 op een verhoging, een terp zoals we die ook kennen uit o.a. Groningen en Friesland, gebouwd om de gebouwen te beschermen tegen hoog water dat het omliggende gebied regelmatig vanuit de Waal overspoelde.

Terpboerderij "De Plezenburg"
De wandeling voert mij verder door het dorp Leuth. Dit dorp wordt voor het eerst genoemd in 891 / 892 en heette toen Lotde. Het is gevestigd op een zandplaat in het toenmalige moerasland langs de Waal. Ooit was het een Pruisisch dorp, maar sinds 1815 is het een Nederlands dorp. In de Tweede Wereldoorlog is dit dorp zwaar getroffen en is de oorspronkelijke dorpskern bijna geheel verwoest.

Brugverbinding De Boog tussen Leuth en Zyfflich
Ondanks het Schengenverdrag toch nog een slagboom aan de Duitse kant van de grens
Na het dorp volg ik een stukje Kapiteldijk waarna ik via “De Boog”, een eeuwenlange brugverbinding tussen het Duitse Zyfflich en Leuth, Duitsland binnenwandel. Over deze zelfde brug kwamen op 10 Mei 1940 Duitse militairen op motor met zijspan Leuth binnenrijden. (Gelukkig staat nu aan de Duitse kant een slagboom). Het pad gaat verder door Zyfflich, een dorpje waar archeologische opgravingen er op duiden dat er al in Romeinse tijd al bewoning was. In dit dorpje zat een koppel ooievaars op een dak te klepperen.

Twee ooievaars op een dak in Zyfflich
Via een brug over en een schiereilandje in het Wylermeer loop ik Nederland weer binnen. Het Wylermeer heet, heel verrassend, in Duitsland Wyler Meer. Dit terwijl een meer in Duitsland See heet en de zee weer Meer. Maar als ik de kaart wat beter bestudeer, zie ik dat het Wylermeer vlak boven het Wylerbergmeer opeens een riviertje is dat Het Meer heet en uiteindelijk uitmondt in de Waal. Ik denk dat het woordje meer in dit geval niet een uit de kluiten gewassen vijver is, maar juist de naam van de vijver en even later het riviertje. Ik hoop dat u het nog snapt.

Brug naar het schiereiland in het Wylermeer
Even verder passeer ik de Nieuwe Rijksweg en laat ik het polderlandschap achter me.
De overgang naar de Stuwwal van Nijmegen is wel heel abrupt. Er begint meteen een stevige klim met trappen die me door een bos met tamme kastanjes die me over een afstand van nog geen kilometer van een hoogte van 10 meter +NAP naar 70 meter +NAP brengt. Deze kastanjes overigens, zijn door de Romeinen meegebracht naar Nederland en hier aangeplant. Misschien hielden die rare Romeinen wel van gepofte kastanjes.
De trappen tegen de Duivelsberg
Deze hoogte heet de Duivelsberg. Een paar teksten van de placemat van het Pannenkoekenrestaurant De Duivelsberg over de naam Duivelsberg:
·         Uit de tijd dat veel dagloners aan het werk waren in de Ooijpolder. Deze mensen moesten van de hoger gelegen gebieden voor hun werk de  berg (76 meter +NAP) over. Ze vloekten en tierden, natuurlijk over de hoogteverschillen die ze moesten overwinnen. Vandaar: de “duivelse berg”
·         Het kan zijn dat de oorsprong Duffelse Berg is. Het gebied rond Millingen heet De Duffel.
·         Het kunnen natuurlijk ook de verhalen rondom de houten burcht Mergelpe zijn, die op het hoogste punt heeft gestaan, rond 100 na Christus. De bewoners van deze burcht, Graaf Balderik en Adele, poogden door list en bedrog hun bezittingen te vergroten. Dat kwam hen duur te staan en als straf werden ze in de kerkelijke ban gedaan. Lichtjes die vanaf Beek zichtbaar rondom die berg met het hooggelegen burchtje flikkerden waren in de middeleeuwen voldoende om te spreken over “de berg met de duivel”. Het kunnen natuurlijk ook de sterren zijn geweest….
Welke omschrijving is de ware…?

Ik geniet in het pannenkoekenrestaurant van een heerlijke groentepannenkoek met brie en vervolg daarna mijn weg over de stuwwal in de richting van Groesbeek. 

Het monument in het zonlicht
Ik maak een kleine omweg om een bezoek te kunnen brengen aan de Canadese Erebegraafplaats. Op het Groesbeek Canadian War Cemetery zijn 2619 in de Tweede Wereldoorlog gesneuvelde, voor het grootste gedeelte Canadese, militairen begraven. De begraafplaats is op 4 mei 1947 door koningin Wilhelmina geopend. Nadat ik een hele dag door mist en nevel heb gelopen breekt hier opeens de zon door en zet het monument direct achter de poort in het zonlicht. Heel bijzonder dat dat juist op dit moment op deze plek gebeurt.  
Na het bezoek aan de begraafplaats zoek ik snel het Pieterpad weer op, maar niet zonder een bezoekje aan spitskool-, courgette en pompoenenboerderij Groentenhof Chris Poelen waar een hele uitstalling van pompoenen en kalebassen op het erf staat. 
Een uitstalling van pompoenen en kalebassen
Echt een vrolijk geheel op deze over het algemeen mistige dag. Even later moet ik naast boerderij Hoge Hof de schrikdraadafzetting van het koeienpad twee maal openen om mijn pad te kunnen vervolgen over een grasweg tussen de weilanden. De route is iets verder iets omgelegd omdat, waarschijnlijk, twee percelen waar het pad tussendoor liep, zijn samengevoegd tot één weide. 
Waar vroeger het Pieterpad doorheen liep

Op het verste punt van de omleiding moet ik met een scherpe bocht weer terug en kom dan op een asfaltweg weer in de bewoonde wereld: Groesbeek. Ik hoor hier al luide muziek vanuit het dorp komen, maar daarover later meer. Vlak voor het dorp gaat het pad nog langs de Galgenhei. Dit zijn de laatste overblijfselen van het heidegebied bij Groesbeek. In de Middeleeuwen werden hier de mensen geëxecuteerd die waren veroordeeld door de rechters van de Heerlijkheid Groesbeek. Even later loop ik het dorp binnen en ben al snel bij de bushalte. Pal achter de bushalte staat een enorme feesttent waar voor het derde jaar op rij een bierfeest wordt gehouden. Het feest in het centrum van Groesbeek is al om elf uur begonnen. En zal, zo te horen, nog wel even aanhouden. Ik zit in het bushokje te stuiteren op de zware dreunende beat die ik ook al buiten het dorp hoorde. Gelukkig komt de bus al snel en kan ik via Nijmegen terug naar Millingen aan de Rijn om van daar weer huiswaards te keren.

Vandaag heb ik in ongeveer 6 uur en 1 kwartier 20 km afgelegd.
In totaal heb ik in 71 uur 313 km afgelegd.

Ik heb nog 179 km te gaan naar de Sint Pietersberg.
Zelfs een mol zou de weg kwijtraken in de mist
 



Een wandelaar verdwijnt in de mist

De zon probeert het wel, maar blijkt geen volhouder

Een koe op de grens van het zichtbare





Een nazaat van de tamme kastanjes van de Romeinen




zondag 21 augustus 2016

Zestiende etappe, Braamt - Millingen aan de Rijn


19 augustus 2016
Zestiende etappe, Braamt – Millingen aan de Rijn

Afgelopen vrijdag moest het er, 3 weken na onze vakantie in Zweden, weer van komen om de volgende etappe van het Pieterpad te gaan lopen.
Ik ben vroeg opgestaan om de bus van 4 voor 7 te kunnen halen. Na twee overstappen in Borculo en in Doetinchem stapte ik om 10 voor 9 bij Braamt uit de bus en kon precies om 9 uur bij Auberge Graaf Hendrik aan de zestiende etappe naar Millingen aan de Rijn te beginnen.
Ik heb het dorp al snel verlaten en maak op de Korteweg, het laatste straatje voor de voet van de Hettenheuvel, nog een praatje met de baas van een Berner Sennenhond. 

Ik heb het dorp al snel verlaten 
We lopen een stukje samen op en hij voorspelt dat ik voor Elten geen mens zal tegenkomen. Die voorspelling is ook uitgekomen. De hond en zijn baasje gaan linksaf de Hooglandseweg op en ik ga rechtdoor het pad in naar de bos. Net voordat ik het bos in loop zie ik een Hazelworm mijn pad kruisen. Helaas kan ik alleen het achterste gedeelte van deze pootloze hagedis op de foto zetten.  

Hazelworm
Meteen als ik het bos in loop begint de klim van de Hettenheuvel. De Hettenheuvel heeft een hoogte van 91,6 meter en ligt in het Bergherbos tussen Braamt en Elten (Duitsland). In het bos liggen behalve de Hettenheuvel meerdere heuvels zoals de Rijsberg, de Keurvorstenheuvel, de Hulzenberg, de Eltenerberg en de Märchenberg. Al die heuvels zijn een onderdeel van een stuwwal die vanaf Braamt via kleef en Nijmegen doorloopt in de richting van de Betuwe. De stuwwal is zo’n 100.000 jaar geleden gevormd door de kracht van gletsjers en wordt tegenwoordig tussen Elten en Kleef doorsneden door de Rijn.
Het Pieterpad loopt ver de stuwwal van Braamt naar Hoch Elten in Duitsland. Eerst over de Grote Kruis Allee, later over de Laakweg. De Laakweg is een grensweg, een markescheiding tussen het Stokkumerbos en het Korterbos. 

Cortenstalen Marke"steen" op de plaats waar ooit de originele Markesteen stond
Daarnaast was het ook onderdeel van de grens tussen de hertogdommen Gelre en Kleef. Deze grens liep tot ergens in de 17e eeuw midden door het Bergherbos. Pas begin 19e eeuw zijn de marken ontbonden en in 1830 vond er een ruilverkaveling plaats waardoor de toenmalige huiseigenaren van Huis Bergh een aaneengesloten bosgebied in handen kregen. In de 20 eeuw zijn door de familie van Heek nog veel gronden aangekocht waardoor zij uiteindelijk de gehele noordelijke stuwwal in eigendom hebben.
Pas na het passeren van de Boterweg krijgt de route een wat meer bochtig karakter. 

Even een korte rustpauze
De Boterweg loopt van Beek langs de voet van de Hulzenberg richting Stokkum en is onderdeel van een oude handelsroute tussen Zevenaar, ’s Heerenberg en Emmerich. Langs deze route werd ondermeer zuivel naar de markt in Emmerich vervoerd.

Even later passeer ik een heideveld dat helaas niet meer wordt begraasd waardoor de heide verdrongen wordt door opschot van loofbomen. Als het pad uiteindelijk op een asfaltweg uitkomt, de Eltenseweg, volg ik deze ca 250 meter in westelijk richting tot deze precies op de grens overgaat in de Rietbroek. Via de Rietbroek passeer ik de A3. 

Het Hazenpad, de A3
De plannen voor deze Autobahn (in Nederland de A12) stammen al uit de jaren 20 van de vorige eeuw, maar met de aanleg werd pas in de Tweede Wereldoorlog, in 1941 begonnen. In 1943 werd de aanleg gestaakt omdat de Duitsers het materieel en de arbeiders ergens anders gingen inzetten. Het zandlichaam was echter al aangelegd en onder andere via deze zandbaan koos de Duitse bezetter uiteindelijk “het Hazenpad”, wat in de volksmond nog lang de benaming voor dit stuk snelweg is gebleven.
Ik ben dus in Duitsland, terwijl ik verwachtte dat het Pieterpad Nederland van noord naar zuid zou doorsnijden. Ik vermoed dat de Bertje Jens en Toos Goorhuis-Tjalsma er voor hebben gekozen om de route over een aantrekkelijke en afwisselende route te laten lopen die een kort stukje Duitsland doorkruist in plaats van iets westelijker te gaan waar het terrein misschien wat eentoniger is.
Ergens hier in Duitsland komen me de eerste andere wandelaars achterop, die even een stukje met me oplopen en daarna al weer van me weglopen.

Sankt Vituskirche in Hoch Elten
Als ze even ik even later in Hoch Elten weer ontmoet gaan we samen aan een tafeltje zitten bij “Pannekoekhuys Hoch Elten”. Het is druk op het terras, want de route van de fietsvierdaagse komt ook langs het Pannekoekhuys. We worden echter snel geholpen en ik neem een lekkere pannenkoek met ham en kaas. Mijn tafelgenoten vertrekken weer als zij hun koffie met appelgebak op hebben en ik volg een kwartier later.

Ik hoop nog een blik in de Drususbrunnen te kunnen werpen, maar dan moet ik nog een kwartier wachten voordat de deur open gaat. De Drususbrunnen is een 75 meter diepe put die in de Merovingische periode rond 750 AD is gebouwd. Andere bronnen verwijzen naar graaf Wichman die in 963 een klooster stichtte en opdracht zou hebben gegeven tot de bouw van deze put. De put is heel verwarrend naar de Romeinse generaal Nero Claudius Drusus is vernoemd die in 12 voor Christus wel de Drususgracht heeft laten graven waar nu waarschijnlijk de de Utrechtse Vecht loopt. Heel ergens anders dus. De Drususput echter heeft tot 1931 als watervoorziening voor de bevolking van Hoch Elten gediend. 

de Stein Tor
Bij de kerk staat nog wel een steensculptuur, de Stein Tor, die geplaatst is op de landschapsas die onderdeel is van de baroktuin de Kleefse Tuinen op de Springenberg aan de overzijde van de Rijn. De Baroktuinen zijn rond 1650 in opdracht van Prins Johann Moritz von Nassau-Siegen aangelegd en aan het eind van de vorige eeuw weer in oude glorie hersteld. De tuin is over een rechte as gericht op de Sankt Vituskirche in Hoch Elten. De Stein Tor is op 17 juni 2000 onthult en is één van de 12 sculpturen waarvan er aan iedere kant van de Rijn 6 worden opgesteld waarvan 3 op Nederlandse bodem.
Ik verlaat Hoch Elten en dal af naar een spoortunnel die onder de doorgetrokken Betuwelijn door gaat. De tunnel uitgekomen gaat de weg precies langs de grens verder. De Spykerweg en de velden links van mij zijn Duits, de velden links zijn Nederlands. 

De Spykerweg
Nadat ik ongeveer een kilometer over deze Duitse weg heb gelopen sla ik rechts af de Spijkerweg in. Ik loop zomaar Nederland weer binnen en er staat alleen een rare betonnen paal. Zou dat de “grenssteen” zijn? 

De "Grenssteen"?

Blik vanaf de Rijndijk op Hoch Elten
Even later loop ik Spijk binnen waar het terrein van de Vandersanden baksteenfabriek een groter oppervlak beslaat dan het plaatsje Spijk zelf. Als ik bij de dijk aankom kijk ik over de uiterwaarden van de Rijn, Boven-Rijn, Bijlands Kanaal of de Rhein. Want voor de niet zo geografisch onderlegde mensen zoals ik zijn de benamingen voor deze rivier een waar raadsel. Vanaf de oorsprong op ca 859 km van Spijk heet deze brede rivier de Rijn (Rhein), vlak voor de grens wordt het de Nieder Rhein, maar zo gauw de Nederlandse grens wordt bereikt gaat het helemaal mis. Over ca 8 km delen Nederland en Duitsland de Rijn, maar dan heet die opeens ook het Bijlands Kanaal, terwijl ik altijd gedacht heb dat een kanaal door mensen is gegraven, maar ook de Boven Rijn. Op 19 augustus, de dag van mijn wandeling, gaat er gemiddeld 1270 m3 per seconde over de grens, even voorbij Millingen aan de Rijn wordt het water gesplitst en dan komt de waterstroom helemaal in een identiteitscrisis: ga ik links de Waal in of rechts de Nederrijn in. Als het rechtsaf gaat dan wordt de rivier bij Wijk bij Duurstede Lek, hoewel het water gewoon doorstroomt. Vervolgens wordt het de Nieuwe Maas, Het Scheur en ten slotte de Nieuwe Waterweg voordat het via het Breediep de Noordzee in stroomt. Kiest het de Waal, dan stroomt het vervolgens via de Boven Merwede, de Beneden Merwede en de Oude Maas weer naar het Scheur, of via de Boven Merwede, de Nieuwe Merwede, het Hollands Diep en het Haringvliet naar de Noordzee. Ik zal een en ander misschien nog wel door elkaar hebben gehaald of een naam zijn vergeten, maar ja, ik ben geografisch dan ook niet zo onderlegd.

De Rijn? het Bijlands kanaal? de Rhein?
De wandeling over de Spijksedijk naar Tolkamer valt me zwaar. Het is een asfaltweg, de zon schijnt, er is weinig wind en ik krijg last van blaren. Ik had gehoopt dat dit stuk dijk wat aantrekkelijker was geweest, maar helaas. Bij Tolkamer is echter weer leuk om langs de kade en door het dorp te lopen.
Vroeger moesten de schippers die van Duitsland naar Nederland voeren tol betalen om verder te mogen. Deze tol werd afgedragen in de Tol-kamer. Vandaar de naam. Ik vervolg mijn pad rond de Vluchthaven, of overnachtingshaven waar schippers kunnen aanleggen om buiten de vaarroute veilig kunnen overnachten. 

Tolkamer op 862 km vanaf de oorsprong van de Rijn
Ter hoogte van het recreatiegebied De Bijland drink ik restaurant De Swaenebloem een lekker glas Trapistenbier omdat ik volgens de een-uurs-dienstregeling het pontje naar Millingen aan de Rijn net zal missen. Als ik na deze heerlijke koele dronk echter bij de pont dam aan kom zie ik dat deze helemaal niet volgens de dienstregeling vaart, maar volgens mij gewoon af vaart als er voldoende passagiers zijn. Dat is dus een mazzeltje voor mij. 

Het pontje "Heen en Weer" van Pannerden naar Millingen 
In Millingen aangekomen loop ik door naar het eindpunt van deze etappe. Omdat de Heerbaan is opgebroken moet ik nog ongeveer700 meter verder lopen naar de noodbushalte. Daarna kan ik gun ik mijn voeten rust in de bus naar Nijmegen en vervolgens in de trein met een overstap in Deventer naar Enschede waar Els me met de auto staat op te wachten.

Vandaag heb ik in ongeveer 7 uur en 1 kwartier 24 km afgelegd.
In totaal heb ik in 64 uur en 3 kwartier 293 km afgelegd.

Ik heb nog 199 km te gaan naar de Sint Pietersberg.



Aardappelboleten

Goudsbloem

Zon in het bos

Zonnestralen

Muizenholletje, of het holletje van een ander diertje?

Blik op de Rijn

zaterdag 14 mei 2016

Vijftiende etappe, Zelhem - Braamt

6 mei 2016
Vijftiende etappe, Zelhem - Braamt

Het is de vrijdag na Hemelvaart en Bevrijdingsdag, het is mooi weer, dus vertrek ik met mijn dochter Rebecca rond 8 uur met de bus uit Enschede om de vijftiende etappe te gaan lopen.
Na een overstap in Borculo komen we om kwart over 9 aan in Zelhem waar we meteen aan onze wandeling beginnen.
Eerst een stuk door het dorp, dan over een pad tussen het bedrijventerrein en het buitengebied van Zelhem en even later zijn we echt in het buitengebied. Het is voorjaar dus de paardenbloemen staan volop in bloei en er zijn ook al prachtige zaadpluisbollen te zien. 
                                                                          Zaadpluisbol van paardenbloem                                  (foto: Rebecca ter Borg)

We komen langs de silo van Heidenhoek, een van de “Kathedralen van het Platteland”. Vanuit de richting waar wij aan komen lopen lijkt het of de toren is gemoderniseerd door het vervangen van de metselwerk gevel en de kleine raampjes van het bovenste gedeelte van de toren, zoals in ons boekje is te zien, door glazen puien. Als we verder lopen en tegen de zijkant kunnen aankijken zien we dat er ook sloopwerkzaamheden plaatsvinden. Ik ben benieuwd of de sloop bedoeld is voor modernisatie van een gedeelte van het gebouw, of dat de kathedraal in de nabije toekomst uit het landschap verdwijnt.
Silo van Heidenhoek, een van de “Kathedralen van het Platteland”
Sloopwerkzaamheden aan de silo van Heidenhoek

Even later komen we bij het Kolkstroeterpad, een oud pad dat binnen de ruilverkaveling vlak na de laatste eeuwwisseling na een actie van buurtbewoners gespaard is gebleven. Op het pad komen we de eerste wandelaar van de vierdaagse van Doetinchem tegen die er flink de pas in heeft. Duidelijk een wandelaar die voor de sport loopt, terwijl wij willen genieten van de omgeving en alle tijd hebben. 
                                                                   Kolkstroeterpad                             (foto: Rebecca ter Borg)

Iets verderop komen we steeds meer vierdaagse lopers tegen.
We passeren het gehucht IJzervoorde en verlaten de route van de vierdaagse en lopen door het landgoed Slangenburg naar Kasteel Slangenburg. Slangenburg wordt al in 1354 vermeld als havezate waarna het in de 17e eeuw zijn oorspronkelijke vorm kreeg. In 1895 kwam het in handen van de Duitse familie Passmann en werd na de tweede wereldoorlog door de Nederlandse staat verbeurd verklaard. Vlak daarna hebben er Benedictijner monniken gewoond die in de jaren vijftig vanuit het kasteel op het landgoed een nieuwe abdij hebben gebouwd waar zij nog steeds verblijven. Aan het begin van dit jaar is het kasteel over gedragen aan de Nationale Monumentenorganisatie. Het kasteel doet nog steeds dienst als gasthuis van de abdij.
Kasteel slangenborg

                                                        Kasteel Slangenborg                        (foto: Rebecca ter Borg)
Ons pad kronkelt verder en op een gegeven moment komen we weer op de route van de vierdaagse. Als ik de tijd neem om een foto te maken van een bloemetje hoor ik één van de vierdaagse lopers zeggen dat daar als je overal stil blijft staan om foto’s te maken je nooit over de finish komt. Ik wist niet dat ik aan een wedstrijd meedeed.
 We gaan via een tunnel onder de A18 door en komen dan bij de “controlepost”. Hier is het heel druk met lopers en gelukkig kunnen we net na de controlepost de route van de vierdaagse weer verlaten. Nee, we hebben geen controlekaart om een gaatje in te laten knippen!
Nog een klein stukje naar de controlepost
Als we bij de Oude IJssel aankomen, zien we dat het oude sluiscomplex "De Pol Etten" is gerenoveerd. De route kruist de Oude IJssel helaas niet bij de sluis, maar passeert het riviertje samen met de N317. Daardoor volgen we de Oude IJssel wel over een mooi pad, maar moeten daarna bijna 1 km over het fietspad langs de provinciale weg blijven lopen. Dat zijn natuurlijk de minder aantrekkelijke paden van het Pieterpad. Hopelijk wordt de route in de toekomst verlegd zodat de Oude IJssel over de sluis kan worden gepasseerd zodat de route langs de N317 vermeden kan worden.
Sluis De Pol Etten met op de voorgrond de Bielheimerbeek uitmondend in de Oude IJssel

Ondertussen zien we aan de horizon al een heuvelrug opduiken. Ik dacht dat dat de heuvels bij de Rijn zouden zijn, maar uiteindelijk blijkt dat de heuvelrug te zijn die direct achter Braamt ligt. We lopen nu door een akker/weidegebied. We passeren een boerderijtje waar twee wandelaars tegen een waterput zitten te lunchen. In een kort praatje concluderen we dat er maar weinig bankjes of rustplekken langs de route zijn. Als we doorlopen doemt er nog geen 500 meter later een boerderij op waar koffie, thee en sap klaarstaat, compleet met een picknicktafel. Hoezo weinig rustplekken?
Het pad voert ons verder langs een paar waterstromen met mooi helder water, dat op een gegeven ogenblik toch wel erg dichtgegroeid is met een dikke donkerbruine alg op alles wat zich in het water bevind.
Waterstromen met mooi helder water
Uiteindelijk lopen we Braamt binnen waar we op het terras van Auberge Graaf Hendrik uitrusten van een mooie wandeling in de zon.
Na gedane zaken is het goed rusten bij Auberge Graaf Hendrik          (foto: Rebecca ter Borg)

Na een pannenkoek en iets lekkers te drinken lopen we naar de bushalte voor de busreis naar Usselo waar Els ons weer met de auto ophaalt.

Vandaag heb ik in ongeveer 4 uur en 3 kwartier 17 km afgelegd.
In totaal heb ik in 57 uur en 2 kwartier 269 km afgelegd.

Ik heb nog 223 km te gaan naar de Sint Pietersberg.

                                                                                       Meerkoet met jong                                                  (foto: Rebecca ter Borg)
Kasteel Slangenborg
Lentekleuren
                                                                       Roel                                    (foto: Rebecca ter Borg)
                                                                Rebecca en Roel                        (foto: Rebecca ter Borg)
                                                                                                                      (foto: Rebecca ter Borg)



                               Gewone Vogelmelk of "Ster van Bethlehem"        (foto: Rebecca ter Borg)

Knotwilg als kapelletje?

Crucifix in de holte van de knotwilg
                                                                                                        Madeliefje                                               (foto: Rebecca ter Borg

                                                                                            Vergeet mij nietjes                                            (foto: Rebecca ter Borg)
Knotwilgen met op de achtergrond de Hettenheuvel achter Braamt
                                                                                                  Klaproos                                                   (foto: Rebecca ter Borg)