4 november 2017
Twintigste etappe, Vierlingsbeek – Swolgen
Omdat wij gisteren bij de uitreiking van het
Bachelor diploma van onze zoon in Maastricht zijn geweest hebben wij in een
B&B in Maastricht gelogeerd.
Vanochtend ben ik om 10 voor 8 uit de B&B
vertrokken om met de bus en de trein naar Vierlingsbeek te reizen. Toch nog een
reis van bijna 2 uur. Vanaf het station in Vierlingsbeek ben ik eerst weer naar
Herberg
Thijssen gelopen omdat ik daar met de vorige etappe ben gestopt. Natuurlijk ook
een prima plek om de etappe te beginnen met Cappuccino met een appelpunt.
Na de koffie ga ik om 5 voor half 11 op pad.
Het weer is goed en mijn humeur is prima.
Ik laat het dorp Vierlingsbeek achter me en
loop door de akkers en passeer al snel de brug over de Molenbeek.
|
Brug over de Molenbeek |
Het pad loopt
verder langs het Afleidingskanaal(tje) en komt uit bij de restanten van Kasteel
Het Makken. Dit vroegere kasteel van Arnold van Egmont, werd in 1806 gesloopt
en nu rest alleen de voorburcht, de vooruitgeschoven verdediging van het
kasteel. Arnold van Egmont was van 1423 tot zijn dood in 1473, met een
onderbreking van 1465 tot 1471, hertog van Gelre. Daarnaast was hij graaf van
Zutphen.
|
Kasteel Het Makken |
Vlak voor Holthees staat aan de linkerkant een
witte kapel, de Mariakapel. Deze kapel heeft ook al een behoorlijk verleden. De
oudste beschrijving dateert uit 1464, toen nog de Capella ten Hout. Tijdens de
tachtigjarige oorlog, van 1569 tot 1648, werd de kapel door Kasteel Macken als
tiendschuur gebruikt. Hier werd de belasting van boeren en pachters aan de
kasteelheer, de hertog van Gelre, opgeslagen. Het ging hierbij niet om geld,
maar om belasting in natura zoals een deel van de oogst. De kapel is pas in
1848 door de Rooms katholieke kerk weer voor de godsdienst opengesteld. In de
tweede wereldoorlog werd de kapel door een bombardement zwaar beschadigd. Het
is weer hersteld en werd in 1951 weer opnieuw in gebruik genomen. In 1999 is de
kapel aan de eredienst onttrokken, maar in 2000 is de kapel door de bisschop
van ’s Hertogenbosch ingezegend als devotiekapel.
|
Mariakapel |
De tocht gaat verder door Holthees en voert me
over ca 2 km langs de spoorlijn waarover ik vanochtend naar Vierlingsbeek ben
gereisd.
|
Spoorlijn Venray -Vierlingsbeek |
Langs het eerste stuk, waar nog een straat is, staat het
oorlogsmonument van Holthees voor de slachtoffers van het bombardement op 30 september 1944. Weer even verder, vlak
voor Smakt, staat al weer een kapel, dit keer een kapel die als enige in
Nederland is toegewijd aan Sint Jozef. Deze kapel trekt al 3 eeuwen
bedevaartgangers naar Smakt. Zo’n 20.000 bezoekers brengen jaarlijks een bezoek
aan dit Pelgrimsoord. Ik werd getroffen door de tekst van Bodvar Schjelderup,
een Noorse Emeritus hoogleraar architectuur, die buiten op een bord staat:
Het onzichtbare
pad
Pelgrim?
Vandaag?
Juist, vandaag.
Misschien niet
zozeer naar
Rome, Santiago
Mekka of Smakt
Alswel een
pelgrim,
op het onzichtbare pad
in het innerlijke landschap.
Dit is de plek
waar alles begint,
waar alles eindigt.
Het innerlijke
landschap
in het gebied dat we
willen leren kennen.
Het onzichtbare
pad
leidt naar het midden,
waar het leven
zich
steeds vernieuwt.
De weg buigt zich af van het spoor maar de route
gaat eerst verder over een brede groene grasstrook, even later wordt het een smal pad door het gras en even later gaat het weer over
in een bospad.
|
....even later wordt het een smal pad door het gras... |
Bij een volgende spoorwegovergang kom ik op een asfaltweg uit
die ik een klein stukje van het spoor af moet volgen om daarna weer rechtsaf
een bospad in te slaan. Voordat ik afsla zie ik een groep van links komen die
de asfaltweg oversteken en het bos inlopen. Als ik bij het bospad kom staat een
van de mensen mij op te wachten. Het blijkt dat het groepje het graspad heeft
gemist en de weg is blijven volgen die hier weer uit is gekomen. We raken
verder aan de praat en het blijkt dat ze uit Groningen komen. We wisselen wat
ervaringen uit en de man vertelt onder andere dat zij zo verbaasd zijn dat de
mensen hier zo vriendelijk zijn en dat ze door de meeste mensen zo vriendelijk
gegroet worden. Dat zijn ze in Groningen niet zo gewend.
We lopen nog een klein stukje samen verder tot hij
weer aansluit bij de rest van zijn gezelschap. Ik groet ze nogmaals vriendelijk
en ga ze dan voorbij.
Niet heel veel later, als ik even bij op een
bankje tussen stuifduintjes in de Boschuizer Bergen een korte stop maak om mijn
trui en trainingsjasje uit te trekken passeren zij mij weer.
|
Bankje tussen de stuifduintjes |
De route door deze
stuifduintjes met zijn witgekopte paaltjes is wat lastig te volgen, maar na het
volgen van de paaltjes en het betere gokwerk kom ik uiteindelijk weer op een
beter begaanbaar pad uit.
Bij de Rosmolen, een prachtige Frankische
boerderij met een nog veel mooiere pittoreske watermolen uit 1667, passeer ik
de Groningers voor de laatste keer. Een rosmolen is een maalderij die door
paarden wordt aangedreven. De Rosmolen van Geysteren echter, is een watermolen
die door middel van een waterrad in de Oostrumse Beek wordt aangedreven. De
naam Rosmolen komt van de oorspronkelijke rosmolen bij een boerderij in het
gebied, waar ook de watermoelen staat, dat vroeger “Aan de Rosmolen” heette. De
boerderij met de rosmolen is in 1863 afgebrand, maar de naam Rosmolen is
overgegaan op de watermolen.
|
Frankische boerderij bij de watermolen |
Het pad voert me langs de boerderij verder langs
de mooie beken door het Landgoed Geysteren.
Als ik dichter bij Wanssum kom, heb ik eerst een
mooi uitzicht over de velden, maar na een bocht kijk ik opeens tegen de
fabrieken bij de haven van Wanssum aan. Wanssum heeft de grootste binnenhaven
van Limburg en is gelegen aan de Maas. Deze haven is in 1934 in het kader van de
werkverschaffing gegraven. Wanssum zelf is voor het eerst in 1242 vermeld.
Ik passeer Wanssum en loop parallel aan de Groote
Molenbeek verder in de richting van Meerlo.
Vlak voor Meerlo wordt ik linksaf naar het
Kasteelke geleid. Het uit vermoedelijk 1457 of al eerder daterende kasteeltje
zou in de Tachtigjarige Oorlog door brand in de as zijn gelegd, maar is in de
tussenliggende vredesperiode weer zijn herbouwd. De muurankers met het jaartal
1619 herinneren daar nog aan. Het Pieterpad loopt over het binnenerf en gaat
onder het poortgebouw door weer verder langs Meerlo.
|
Het Kasteelke met de poort |
In Meerlo tref ik
bakkerij Maison Lambi waar ik nog
even kan genieten van heerlijke cappuccino met een rondje kruimelvlaai.
Over de oorspronkelijke route van achtste druk zou
via de Keuter naar Swolgen lopen, maar de route is hier behoorlijk gewijzigd. Buiten
Meerlo gaat de route weer naar de Groote Molenbeek. Tussen Meerlo en Tienray
krijgt het “snelvlietend beekje” dat in ons Twentse Volkslied “het molenrad
doet gaan” wel een heel andere dimensie. De Groote Molenbeek vliet namelijk veel
sneller door het landschap dan de rustig kabbelende “snelvlietende” beekjes in
Twente.
|
Snelvlietend beekje |
Ergens tussen Meerlo en Tienray is het zachtjes gaan regenen en ik ben
blij dat de nieuwe route tussen Tienray en Swolgen door bebost gebied loopt.
Omdat ik pas na 5 uur bij de B&B terecht kan,
het is pas 4 uur, ga ik in Swolgen snel op zoek naar
cafetaria Wilhelmina aan de Mgr.
Aertsstraat. Ik ga aan de voorkant naar binnen en tref daar geen cafetaria maar
een bruin café. Ik zeg dat ik de cafetaria zoek, maar de dame achter de bar
zegt dat ik ook hier kan zitten en bestellen. En het bieraanbod is hier ook
veel beter dan in de cafetaria. Ik bestel het Pieterpad menu, tomatensoep,
zuurvlees, friet en rauwkostsalade. Als aperitief en tijdens het eten geniet ik
van de heerlijk Triple van de Belgische brouwerij Arend.
Ik raak aan de praat met een echtpaar uit Ommen.
Zij hebben het Pieterpad al eens helemaal gelopen en nu ze gepensioneerd zijn
gaan ze nog regelmatig het land in om de verschillende etappes nog eens te
lopen. Niet meer hele etappes, mar ongeveer tot op de helft en dan weer terug
naar het beginpunt. OP die manier zien ze de route met tegenlicht en met het
licht van de zon in de rug. Op de heenweg is de beleving van de route heel
anders dan op de terugweg. Ik heb er zelf ook wel eens over nagedacht. Omdat ik
probeer om het meest met zonnig weer te wandelen kijk ik dus ook het meest
tegen de zon in. Vrijwel alles waar je tegenaan kijkt ligt aan de schaduwkant.
Wanneer ik de route van zuid naar noord zou lopen, met de zon in de rug, kijk
je dus tegen de zonkant van bomen, huizen, schuren et cetera aan.
Als ik het café verlaat is het bijna 6 uur. Ik
hoef nog maar 300 meter te lopen naar de B&B
Bedje
& Boterham van Jeanny en Piet. Ik wordt heel gastvrij met een kop koffie
ontvangen door Piet. Ik ben niet de enige gast, er logeren ook nog vier dames
die ook het Pieterpad lopen. Na de koffie ga ik naar mijn kamer. Als ik onder
de douche ben geweest kijk ik op mijn tablet nog naar Flikken Maastricht van
gisteravond, maar krijg niet alles meer mee omdat ik steeds wegdut. Ik ga al
vroeg slapen want morgenstaat de volgende etappe weer op het programma.
Vandaag heb ik in ongeveer 5 uur en 3 kwartier 21
km afgelegd.
In totaal heb ik in 87 uur en 1 kwartier 366 km
afgelegd.
Ik heb nog 126 km te gaan naar de Sint
Pietersberg.
|
Volgens deze handwijzers is het 5 km minder naar Pieterburen dan van Pieterburen naar Vierlingsbeek zoals ik gelopen heb |
|
Molenbeek |
|
Oorlogsmonument Holthees |
|
Brede graspad |
|
Rosmolen |
|
Het Kasteelke |
|
Snlevlietend beekje |